Wat bereik je met systemisch werk bij een gedragsprobleem van een kind?

4 Vragen en antwoorden over systemisch werk.

1. Wat is systemisch werk?
Systemisch werk is een gedachtegoed dat ervan uitgaat dat onverwerkte gevoelens van ouders en grootouders van invloed kunnen zijn op later geborenen. De oorsprong van een hardnekkig gedragsprobleem heeft vaak te maken met onverwerkte gevoelens bij ouders en grootouders. Het leven kent lastige kanten en soms zijn gebeurtenissen zo groot, dat ze moeilijk te verwerken zijn. Daar kunnen gevoelens en gedragspatronen uit ontstaan die nog van invloed kunnen zijn op kinderen die nu geboren worden, op ouders die nu kinderen krijgen. 

2. Wat bereik je ermee?
Met de methoden van systemisch werk kun je hardnekkige gedragsproblemen bij een kind oplossen of verzachten. Het gaat dan om bijvoorbeeld:
onrustig gedrag;
teruggetrokken gedrag, onzekerheid;
steeds terugkerende driftbuien en woedeaanvallen;
sterke controle willen houden;
een negatief zelfbeeld;
niet stil kunnen zitten en korte concentratie;
te veel of te weinig eten en moedwillig overgeven.

Het zijn problemen in het gedrag die niet opgelost worden door een correctie van opvoeders. Het voelt als een hardnekkig probleem dat niet verdwijnt, ook niet in een nieuwe fase van ontwikkeling van het kind.
Na het traject met systemisch werk komen kinderen weer in balans en verloopt hun ontwikkeling op een natuurlijke manier verder.

3. Hoe werkt die invloed vanuit vorige generaties?
In de interactie tussen ouder en kind zijn meerdere gevoelens te ervaren. Er zijn gevoelens die je ervaart door iets dat nu gebeurt waardoor je een fysiek of emotioneel gevoel voelt.
Er zijn gevoelens die je al langer met je meedraagt en die je in een eerdere situatie hebt opgelopen; boosheid op angst of verdriet dat er al was. Daarnaast zijn er gevoelens die je ervaart als ‘ik weet niet waar het vandaan komt’, ‘ik voel me machteloos om het te veranderen’. Het kan een resonantie zijn in jou van gevoelens die eigenlijk bij iemand anders horen (systeemgevoelens).

Kinderen doen ouders na, worden beïnvloed door hoe ouders praten en reacties geven en zelf onverwerkte gevoelens met zich mee dragen.
Wanneer die invloed vanuit systeemgevoelens speelt, uiten kinderen dat op een indirecte manier: ze worden steeds weer boos, zijn teruggetrokken, zijn onrustig en kunnen zich niet goed concentreren, zijn erg verdrietig. Het is gedrag dat steeds weer terugkomt en niet of nauwelijks verandert door een correctie of een gesprek.

Een voorbeeld over boosheid
Als we kijken naar het gedrag van een kind, is het niet eenvoudig om in te schatten of bepaald gedrag bij de leeftijd hoort, of dat er iets anders aan de hand is. 
Boosheid hoort er in bepaalde ontwikkelingsfasen van een kind gewoon bij. Rond twee jaar is het goed als een kind vaak ‘nee’ zegt. Rond vijf jaar kan er ook een fase zijn dat het kind vaker boos is. De puberteit is een periode dat de tiener emotioneler is en zijn eigen mening wil laten zien.
Dit uit zich meer in ‘nee’ of ‘tegen’ iets zijn. Boosheid hoort bij loskomen van moeder, van het gezin, je eigenheid ervaren. Boosheid kan ook te maken hebben met een oud eigen gevoel dat al leefde in een kind.
Hij heeft bijvoorbeeld een gevoel van ‘ik word niet gehoord of gezien,’ ‘ik ben ook verdrietig of bang.’ Dan is de boosheid een oud gevoel omdat het door eerdere situaties nog is blijven hangen.

Boosheid kan ook een systeemgevoel zijn. Een indicatie voor waar het hardnekkige gedragsprobleem mee te maken kan hebben is, hoe lang deze aanhoudt. Een kind dat boos is en na een half uur weer rustig, is in staat zichzelf te herstellen. Een kind dat vaak boos is, maar een paar weken later niet meer, kan een sprong hebben gemaakt in de ontwikkeling. Een kind dat al maanden/jaren vaak boos is, en bij wie correcties niet helpen, waar het kind zichzelf machteloos over voelt om het te veranderen, kan er zelf niet uitkomen.

4. Hoe werk je ermee?
Je kunt op verschillende manieren werken met het gedachtegoed van systemisch werk, een paar voorbeelden:
• door vragen te stellen over het familiesysteem;
• door tekeningen on het maken van een genogram;
• door te werken met elementen in de ruimte op de tafel of op de grond, in een één-op-één opstelling;
• door te werken met representanten in een familieopstelling.

Lees het boek ‘Onrust in het kinderhart’, meer

[Kind en ik] biedt begeleiding en cursussen aan.