De spiraal van koppigheid doorbreken
Herken je dat?
Herken je dat een discussie of conflict eindigt in ’Nietes’, ‘Welles’, ‘Nee ik heb gelijk’, ‘Nee ik heb gelijk’? Het is koppige gedrag herkenbaar door dat beide personen in het conflict de kin optrekken, zich groter maken en uit contact gaan. Het is een reactie vanuit de feedback-loop tussen het hoofd en het het hart op een gevoel van spanning in de relatie: groot maken, kin omhoog, borst vooruit, de eigen kwetsbaarheid wegstoppen en uit contact gaan.
De verbinding is even verbroken. Wanneer ze weer met elkaar in contact gaan, kan het zijn dat er een vervelend gevoel voelbaar blijft.
Vrienden kunnen makkelijker omgaan met even uit contact en dan gewoon weer verder gaan. Vriendinnen willen het eerst uitpraten.
Wanneer heeft koppigheid aandacht nodig?
Het heeft aandacht nodig als het een vervelend gevoel achterlaat dat weer in het contact kan staan bij een volgend conflict; vertrouwen vermindert, wantrouwen om de hoek komt kijken en er komt meer afstand in de relatie. Dit speelt meestal in een relatie waar meer binding is: een familie-relatie zoals ouder-kind, broers-zussen, een liefdesrelatie of in een vriendschapsrelatie die je goed wilt houden. Bij een relatie met minder binding raakt het je minder en laat je het van je af glijden.
Wat wordt bedoeld met ‘spiraal van koppigheid?’
Met de spiraal van koppigheid wordt bedoeld dat het een conflictpatroon is dat al meerdere generaties aanwezig is en elke generatie wordt doorgegeven. Er wordt niets opgelost en is meer afstand in de relatie. Er wordt voorbij gegaan aan de eigen kwetsbaarheid en die van de ander.
Hoe ontstaat een partoon in conflictgedrag?
Vaak ontstaat dit patroon al in de kindertijd. De kwetsbaarheid van het kind wordt niet gezien of mag er niet zijn. Bijvoorbeeld een driejarig kind krijgt vaak te horen ‘Niet zeuren, doorgaan, je mag niet huilen’. Het kind ziet dat de ouders ook voorbij gaan aan hun eigen kwetsbaarheid en doet hen na of het creëert een eigen overlevingsreactie op dit ouderlijke reactiepatronen.
Hoe kan ik dat patroon doorbreken?
Was het maar makkelijk te doorbreken, dan zouden een boel problemen snel opgelost zijn via zo’n mail. In dit advies richt ik me op de ouder-kind interactie omdat dat mijn specialisatiegebied is.
Er zijn zes aspecten waar je je aandacht op kunt richten:
1. Ruimte voor kwetsbaarheid
Aandacht geven aan kwetsbaarheid is het eerste aandachtspunt: je eigen kwetsbaarheid, de kwetsbaarheid van de ander, van je kind. We zijn allemaal gevoelig en mogen allemaal ons verdriet hebben en uiten. De één heeft daar meer behoefte aan dan de ander.
2. Afgestemde reactie
Wanneer er iets gebeurt waar je minder blij mee bent kun je meteen een reactie geven op basis van een oordeel. Je kunt ook je oordeel uitstellen en eerst vragen stellen over ‘Waarom deed je dat?’ ‘Wat was je intentie?’ ‘Wat voelde je daarbij?’ Vragen naar de intentie en het gevoel geeft ruimte aan de kwetsbaarheid. Je kunt zelf vertellen over je eigen gevoel. Jullie kunnen dan nog een andere mening hebben, maar de intentie en het gevoel van elkaar zijn gehoord. Dan is het makkelijker om naar een gezamenlijke oplossing of een ouderlijke instructie over te gaan.
3. De ouder maakt de eerste beweging naar de oplossing
Wanneer er een conflict speelt tussen een ouder en een kind, kan het zijn dat het kind meer aandeel heeft in het veroorzaken van het conflict, maar de ouder heeft het meeste aandeel in het oplossen van het conflict.
Een jong kind heeft geen verantwoordelijkheid in het oplossen van het conflict. Een jongere krijgt meer zicht op de reactie van de ander op het eigen gedrag en draagt een klein aandeel in het oplossen van een conflict. Wanneer ouder en kind beiden volwassen zijn, draagt de ouder minstens 51% en het kind 49% aandeel. De eerste beweging om de ander een gevoel van welkom te geven en het conflict op te oplossen ligt bij de ouder.
4. Vertrouwen heeft tijd nodig
Sommige conflicten zijn in één keer opgelost en andere hebben tijd nodig om weer vertrouwen te krijgen. Vertrouwen om te zien dat de nieuwe reactie werkelijk stand houdt. Wanneer je weer terugvalt in de koppige reactie mag je altijd terugkomen op je reactie en zeggen: ‘Sorry, zo wilde ik niet reageren, maar het is moeilijk om het anders te doen. Ik blijf het proberen.’
Het maken van een nieuw reactiepatroon heeft ook tijd nodig. In de feedback-loop tussen je hersenen en je hart moet een nieuw reactiepatroon ontstaan bij een gevoel van spanning in de relatie: vragen stellen, elkaar zien in het gevoel en de intentie in plaats van je groot maken.
5. Rustige lichaamstaal
Contact en verbinding hebben rustige lichaamstaal nodig. De lichaamstaal is een belangrijk onderdeel van de interactie, vooral tussen ouder en kind. Een kind is sterk gericht op de lichaamstaal, want dat is de taal die het kind het eerste leerde kennen als baby.
In de lichaamstaal zijn ook de onverwerkte gevoelens voelbaar. Zorg dat je rust hebt van binnen zodat je rustig kunt reageren. Dat is niet altijd makkelijk. Dan is het volgende punt van belang.
6. Onverwerkte gevoelens onderzoeken
Als het moeilijk is om een patroon te veranderen dan zitten er nog onverwerkte gevoelens van jezelf in de weg of resonantie op onverwerkte gevoelens van eerdere generaties. Dan heeft dat eerst aandacht nodig voordat je je eigen patroon kunt veranderen.
Met resonantie op onverwerkte gevoelens van eerdere generatie wordt bedoeld dat een persoon onbewust en onbedoeld verbonden kan zijn met onverwerkt verdriet of angst van ouders of grootouders waardoor het moeilijk is om eigen patronen te veranderen. Die resonantie op oude onverwerkte gevoelens kunnen waargenomen en verzacht worden in een familieopstelling.