Wir-war aan gevoelens na scheiding

Houvast valt weg
Voor een kind is het uiteenvallen van het oorspronkelijke gezin een grote bedreiging in het gevoel van houvast. Dit begint al wanneer er zodanige spanningen zijn tussen de ouders waarbij het kind het vertrouwen verliest dat de ouders het samen oplossen. Deze spanningen geven een kind zoveel onrust dat het kan leiden tot gedrag dat ouders zien als lastig en onbegrijpelijk gedrag.

Voor een kind geeft het oorspronkelijke gezin verbondenheid en houvast: het geeft betekenis aan ‘uit wie kom ik voort, bij wie hoor ik’. Dat zijn gevoelens waar we nauwelijks over praten, maar die wel worden geraakt wanneer het oorspronkelijke gezin uiteen valt. Dit verwart een kind zonder dat het er woorden bij kan vinden. Die verwarrende gevoelens uit het op een andere manier: dwars gedrag, onrust of teruggetrokken gedrag.

Mag het van beide ouders houden?

Krijgt het kind zowel in woorden als in de lichaamstaal van een ouder de permissie om ook van de andere ouder te houden? Is een ouder is staat om voorbij de pijn van de scheiding ruimte te geven aan het kind om van beide ouders te mogen houden. Het kind is 50% van elke ouder en wil van beide ouders houden.
Soms zijn er zoveel pijnlijke dingen gebeurd dat een ouder dit niet aankan. Hoe werk je dan met het kind en de ouder om hier voor beiden een stap in te kunnen maken?

Verschillend gedrag bij de gescheiden ouders

Loyaliteit maakt ook dat een kind zich heel rustig kan gedragen bij de ene ouder en driftbuien heeft bij de andere ouder. Die driftbuien kunnen voortkomen uit dat een kind vaak eerst het verdriet, de boosheid, de angsten van een van de ouders voelt en dan pas zijn eigen gevoelens. Dit kan vlak na de scheiding tot uiting komen, maar ook pas jaren later.

Deze verwarrende gevoelens kunnen leiden tot een negatief zelfbeeld, lastige gedrag, teruggetrokken gedrag en of destructief controle gedrag. 

Een voorbeeld

Iris (14) snijdt zichzelf. Haar ouders gingen uit elkaar toen ze vier jaar oud was. Ze heeft al een behandeltraject doorlopen voor anorexia. Haar eetgedrag is beter, maar destructief controle gedrag is er nog steeds: nu snijdt ze zichzelf.

De moeder wil onderzoeken wat zij kan bijdragen om het destructieve gedrag van haar dochter te verlichten. Het gedachtegoed van systemisch werk helpt om helderheid te krijgen in welke gevoelens van Iris zijn en met welke gevoelens ze onbewust verbonden is met beide ouders. Dit geeft helderheid in wat Iris ervaart in relatie tot haar moeder en haar vader en wat ze van hen nodig heeft.

Voor de moeder levert het inzichten op: haar gevoelens ten opzichte van haar dochter en ex-partner, maar ook welke gevoelens van haar jeugd haar beïnvloeden in deze situatie.

Een complex aan gevoelens wordt helderder door te werken met matjes op de grond en met representanten in een groep. Na het traject kan Iris beter over haar dwanggevoelens praten met haar moeder. Stap voor stap leert Iris waar te nemen wanneer ze de dwang tot snijden ervaart. Na een tijdje is die dwang helemaal weg.

(Dit is een verkorte versie van een casus die wordt beschreven in het boek ‘Onrust in het kinderhart‘).

In begeleiding van kind en ouder kun je helderheid krijgen over de gevoelens waardoor meer innerlijke rust ontstaat, zowel bij het kind als bij de ouders.